Ondernemingen worden steeds vaker geconfronteerd met nieuwe beheersnormen. Die sijpelen stilaan door naar de wereld van de kredietmanagers. Het gaat over AI, ESG, pan-Europese uitwisseling van digitale facturen, trade compliance-analyses, customer due diligence, KYC (know your customer), digitalisering, regels over betalingsgedrag (code of conduct), beheersen van landenrisico’s , dual use-bepaling van goederen, enzovoort.
Kredietmanagers geraken betrokken bij deze disciplines en moeten mee op de kar. Er wordt van hen verwacht dat ze een constructieve bijdrage leveren. Bovendien propageren professionele aanbieders van diensten al een tijdje dat er ‘wat op ons afkomt’ en hoe belangrijk dat wordt.
Het tegenstrijdige hieraan is dat de meeste kredietprofessionals nog maar zeer weinig houvast vinden in deze nieuwe materies. Binnen het netwerk blijken slechts weinigen al kennis of ervaring opgedaan te hebben en te weten hoe die nieuwe thema’s aan te pakken. Hier en daar is al toegevoegde waarde in een of ander domein en zoeken de kredietmanagers actief meer informatie. Maar de meesten hebben voorlopig geen idee hoe eraan te beginnen. Ze beschouwen het als aangelegenheden voor de toekomst. Toch schijnt de druk toe te nemen om erin mee te gaan.
Zo meent bijna iedere kredietmanager dat het toepassen van controles op ESG-compliance voor het volledige ‘klantenbestand’ voorlopig onhaalbaar is. Het lijkt duidelijk dat voor grote klanten informatie beschikbaar is. Maar wat met de zeer veel kleinere klanten in al die landen waar bedrijven zakendoen? Over AI is al veel gezegd en geschreven. De technologie biedt mogelijkheden in het geval van zeer grote aantallen klanten, maar vindt meer toepassing bij de dienstverleners dan bij de gebruikers zelf. Binnen de Europese Unie moeten wij ons klaarstomen om facturen digitaal uit te wisselen, naar het voorbeeld van Italië en Finland. Voorlopig zien we een amalgaam van systemen en platformen en missen we de gewenste Europese uniformiteit op dit vlak.
Velen onder ons krijgen al enkele jaren de vraag om mee te werken aan trade compliance-onderzoeken, met onder meer nazicht van de wereldwijde sanctielijsten. Dat gebeurt meestal onder druk van factoringcontracten of wegens reserveclausules in kredietbrieven. Echt structureel lijkt dit echter niet te gebeuren. De wereldwijde militaire onrust creëert ook een behoefte aan aanvullende risicoanalyses.
Het is een goede zaak dat het kredietmanagement in al deze processen betrokken wordt. Een kredietprofessional zou goed geplaatst moeten zijn om dergelijke systemen te beheren en analyses uit te voeren. Meestal komt daar samenwerking met andere afdelingen bij kijken. Dat is bijvoorbeeld het geval bij het bepalen van dual use van goederen, in het kader van exportvergunningen afgeleverd door ministeries of bij het geven van antwoorden op banken die bepaalde eisen stellen. Het moderne kredietmanagement wou altijd al actief samenwerken met de andere afdelingen in de organisatie en kan hierin een belangrijke rol spelen.
Kredietmanagers vragen zich nu concreet af hoe de nieuwe disciplines verder zullen evolueren en wat er op hen afkomt. Hoever gaat dit? Waar halen we de kennis ter zake? Is dit alles praktisch en ook commercieel haalbaar? Voorlopig tasten we nog een beetje in het duister.
Wellicht is dat de reden waarom de professionele aanbieders van diensten zich hierin steeds meer profileren en gelijk hebben ze. Hopelijk komen we tijdens de volgende Credit Expo meer te weten.
Bron: FDmagazine