Als creditmanager krijg je helaas te maken met vorderingen waarop geen enkele betaling is uitgevoerd. Het komt er dan op aan de verjaringstermijn goed in de gaten te houden en deze eventueel te laten ‘stuiten’.

Algemene regel

De verjaringstermijnen liggen vast in het Burgerlijk Wetboek. Voor de exacte teksten verwijs ik naar Boek III, Titel XX: Verjaring, Artikels 2228-2280. De algemene regel wat betreft verjaring van persoonlijke rechtsvorderingen is als volgt: een vordering verjaart na 10 jaar. Een mooi principe, want de wetgever wil voorkomen dat de burger nog wordt aangesproken om een betaling uit te voeren nadat er jarenlang niet over gecommuniceerd werd.

Uitzonderingen

Helaas – lang leve de administratieve vereenvoudiging – zijn er tal van uitzonderingen op deze eenvoudige regel. In dit artikel van Dave Danckaerts vinden we een mooi overzicht van de meest voorkomende verjaringstermijnen in het burgerlijke recht:

Huur
Achterstallige huurgelden: 5 jaar (2277 B.W.)
Achterstallige indexering van de huurprijs: 1 jaar (2273 B.W.)
Teveel betaalde huur: 1 jaar (1728 B.W.)

Facturen
Nutsvoorzieningen (water, gas, elektriciteit, GSM, …): 5 jaar (2277 B.W.)
Verzekeringspremies: 3 jaar (34 WLVO)
Medische kosten (ziekenhuisfacturen) 2 jaar (2277bis B.W.)
Lening:
met betrekking tot de hoofdsom: 10 jaar (2262bis B.W.)
met betrekking tot de intresten: 5 jaar (2277 B.W.)

Aansprakelijkheid
Aansprakelijkheid van de aannemer of architect voor grote werken: 10 jaar (2270 B.W)
Buitencontractuele schade (schadevergoeding naar aanleiding van verkeersongevallen, slagen en verwondingen, …): 5 jaar (2262bis B.W.)

Andere
Achterstallige alimentatie: 5 jaar (2277 B.W.)
Bij de verkoop van roerende goederen aan particulieren: 1 jaar (2272 B.W.)
Onverschuldigde betaling: 10 jaar (2262bis B.W.)

Het moge duidelijk zijn dat je exact moet weten waarover de vordering gaat om de verjaringstermijn te weten.

Stuiten van verjaring

Je kan ervoor zorgen dat de verjaring ophoudt. In juridische termen wordt dit ‘stuiten van verjaring’ genoemd. Er zijn 4 mogelijkheden:

  • Een dagvaarding voor het gerecht
  • Een bevel tot betaling
  • Een beslag, betekend aan hem die men wil beletten de verjaring te verkrijgen
  • Een erkenning van schuld

Daarnaast is er een regel die stelt dat de ingebrekestelling die per aangetekende brief met ontvangstbewijs door (1) de advocaat van de schuldeiser, (2) door de gerechtsdeurwaarder aangesteld door de schuldeiser of (3) door de afgevaardigde van een vakorganisatie of een maatschappelijke instelling in het bijzonder, wordt verstuurd naar de schuldenaar met woonplaats in België, de verjaring stuit. Via dit schrijven wordt de verjaringstermijn met maximaal één jaar verlengd.

Wat met een betaling?

Vaak wordt het uitvoeren van betalingen aangehaald als een erkenning van schuld. De praktijk wijst echter uit dat dat niet zo rechtlijnig is. Indien een debiteur regelmatig betalingen heeft uitgevoerd, zal de rechter het bestaan van een contract vaak wel aanvaarden. Maar dat stuit de verjaring van de facturen die met dat contract te maken hebben niet.

Doe het nodige

Indien je dus wil vermijden te moeten dagvaarden om je vordering te beschermen, maak je best een document op waarin je de schuldenaar vraagt zijn schuld te erkennen. Dat kan een eenvoudige brief zijn die kan worden teruggestuurd. Je kan dat niet eisen of aan een voorwaarde verbinden. Je kan aan de debiteur wel uitleggen waarom je dit vraagt en welk voordeel de debiteur erbij heeft. De debiteur krijgt daardoor bijvoorbeeld meer tijd om zijn schuld terug te betalen zonder bijkomende kosten van dagvaarding. Een duidelijke win-win voor iedereen. Bedrijven maken te weinig gebruik van dit eenvoudig rechtsmiddel om de waarde van hun vorderingen te beschermen.

Steven Penne

Steven Penne

Bron: workincapital.be

work in capital logo