Gewerkte uren, tijdelijke werkloosheid, banenverlies… niet alle sectoren zijn gelijk voor COVID-19
Brussel, 13 augustus 2020 – Nu de experts waarschuwen voor een heropflakkering van het aantal coronabesmettingen, is de economie al beducht voor een tweede impact die voor bepaalde activiteitensectoren de doodsteek zou betekenen. De bezorgdheid is des te groter omdat zij stilaan overeind aan het komen waren na de lockdown van maart, april en mei. Dat blijkt uit de nieuwe Barometer van het sociaal secretariaat Partena Professional, die het aantal gewerkte uren, de absentiegraad en de tewerkstellingsgraad onder de loep neemt.
Gewerkte uren: enkele sectoren krijgen opnieuw kleur
Terwijl voor de maanden april en mei historisch lage cijfers voor het aantal gewerkte uren werden opgetekend, zagen heel wat sectoren hun activiteiten opnieuw aantrekken in juni 2020 om terug te keren naar een nagenoeg normaal niveau. Sommige sectoren zagen hun aantal gewerkte uren zelfs stijgen tegenover juni 2019. Dat is het geval voor drie welbepaalde sectoren, namelijk uitzendarbeid (+8%), begrafenissen (+7%) en bouw (+4%). Omgekeerd hebben andere sectoren het nog steeds moeilijk om terug te keren naar een normaal aantal gewerkte uren: hotels (-69,5%), cafés en restaurants (-57%), alsook reizen en toerisme (-48%) zijn de zwaarst getroffen sectoren.
“De activiteiten zijn in de meeste economische sectoren opnieuw gestegen tot een gemiddelde van -1,74% gewerkte uren in juni 2020 in vergelijking met vorig jaar,” aldus Wim Demey, Customer Intelligence Manager bij Partena Professional. “Ondanks de historisch lage cijfers, zien we dat alle sectoren zich weten te herstellen ten opzichte van april, wat een bemoedigend en hoopvol teken is.”
De sector van de kapsalons en schoonheidssalons was het zwaarst getroffen door de tijdelijke werkloosheid
De sectoren die in april het zwaarst getroffen werden door absentie waren hotels (19 afwezigheidsdagen per maand tegenover 4,5 dagen in 2019); de uitzendarbeid (16 dagen tegenover 5,5 dagen) en de kap- en schoonheidssalons (16 dagen tegenover 3,5 dagen). In de loop van juni normaliseerden deze cijfers, met uitzondering van de sectoren reizen, hotels en cultuur (bioscopen, kunsten, …), die nog steeds een vrij hoge absentiegraad vertonen.
“Het aantal afwezigheidsdagen in de loop van de maand is een goede indicator,” zegt Wim Demey. “Ervan uitgaande dat een normale maand +/- 20 werkdagen telt, dan is het aantal afwezigheidsdagen veelzeggend.”
De voornaamste reden voor absentie is tijdelijke werkloosheid, waar we eveneens zeer hoge cijfers zien. Het gebrek aan werk of klanten dwingt bepaalde sectoren om hun werknemers naar de werkloosheid te verwijzen. In april bedroeg het gemiddelde 49% voor alle sectoren, terwijl in dezelfde periode van 2019 het aantal werknemers in tijdelijke werkloosheid 0,9% bedroeg. We zouden kunnen veronderstellen dat de horeca de zwaarst getroffen sector is met een gemiddelde van 72,5% in april 2020, maar het was de sector van de kap- en schoonheidssalons die het zwaarst getroffen werd met een tijdelijke werkloosheidsgraad van 88%.
In de loop van juni waren de 3 sectoren met de hoogste tijdelijke werkloosheid: hotels (63%), reizen en toerisme (44%) en cafés en restaurants (37%). “Globaal kunnen we stellen dat door de hoge tijdelijke werkloosheidscijfers, 27% van de totale brutoloonmassa in het tweede kwartaal 2020 ten laste viel van de sociale zekerheid. Het is een belangrijke indicator van de mate waarin de gemeenschap onze werkgevers ondersteunt in het behoud van de tewerkstelling,” onderstreept Wim Demey.
Niet alle sectoren krijgen te maken met aanzienlijke banenverliezen
Ook wat de tewerkstelling betreft, lopen de cijfers uiteen, met name als gevolg van de gezondheidsmaatregelen die bepaalde sectoren verhinderen om hun activiteiten als voordien te hervatten. De sectoren waar het banenverlies het grootst is zijn: cafés en restaurants (-40%), bioscopen, kunst en cultuur (-29%) en hotels (-18%) terwijl dit begin 2020 nog een sector was met een groei van de tewerkstellingsgraad van 3,3%.
“Het totale volume van actieve werknemers, dit wil zeggen onder contract bij een werkgever, is eveneens teruggevallen door de coronacrisis,” aldus Wim Demey van Partena Professional. “Gemiddeld zagen we 7,1% actieve werknemers minder in juni 2020 in vergelijking met juni 2019. Maar dit cijfer blijft dalen, wat eveneens bemoedigend is voor het economisch herstel.”
Wat het type arbeidsovereenkomst betreft, zijn seizoenarbeiders het zwaarst getroffen met een verlies van 88% van het aantal werknemers in juni, na de piek van 98% in april. Vervolgens zijn er de jobstudenten. Terwijl in februari 2020 het aantal jobstudenten 18% was gestegen tegenover dezelfde periode in 2019, volgde in april een terugval van 72% en zitten we momenteel op 56%. Het aantal werknemers in een flexi-job tot slot, daalde in juni met 52%.
Bron: Creditexpo