De ministerraad gaf op 28 oktober 2022 groen licht aan het voorontwerp van wet ter regulering van de minnelijke invordering van schulden van de consument. Het voorontwerp zal nu ter advies worden voorgelegd aan de Raad van State. Bij het voorontwerp kunnen ernstige kanttekeningen worden geplaatst.
In het regeerakkoord werd de strijd tegen overmatige schuldenlast als prioriteit aangemerkt. Die strijd zou een antwoord bieden op het probleem van de zogenaamde schuldensneeuwbal. Dat is de situatie waarbij een onbetaalde schuld door allerlei schadebedingen escaleert tot een groot bedrag. Door in dat kader bepaalde grenzen te bepalen, wil de regering de consument beschermen. Volgende elementen kunnen worden genoteerd: een verplichte kosteloze herinnering bij laattijdige betaling, een verplichte wachttermijn en een plafond voor schadebedingen.
Bij laattijdige betaling zal een onderneming eerst een kosteloze herinnering moeten sturen naar de consument. Dat kan per post of op digitale wijze. Daarna krijgt de consument een (bijkomende) termijn van 14 dagen om te betalen. Gedurende die periode blijven schadebedingen zonder uitwerking. Consumenten die niet binnen de oorspronkelijke termijn betaalden worden daardoor beschermd. Pas na het verstrijken van de wachttermijn kan het schadebeding, indien contractueel voorzien, toegepast worden. Daarbij moet echter rekening worden gehouden met een wettelijk plafond, in functie van het bedrag van de schuldvordering.
De consument beschermen door excessen aan te pakken is één zaak. Maar wat met de onderneming? Hoewel de wetgever uitdrukkelijk erkent dat elke laattijdige betaling schade berokkent aan de onderneming, vergeet de wetgever dat uitgangspunt vervolgens mee te nemen in de uitwerking van de wet. Alle ondernemingen worden over dezelfde kam geschoren. De negatieve gevolgen qua cashflow worden niet in rekening gebracht. De grenzen inzake schadebedingen zijn manifest lager dan de werkelijke kost die gepaard gaat met de invordering van schulden. Met bestaande sectorale regimes wordt slechts zeer summier rekening gehouden.
Eerder toonde de Raad van State zich terecht reeds sceptisch t.a.v. gelijkaardige voorstellen. Hoe verhoudt een dergelijke algemene regeling zich met de vrijheid van ondernemen? Wat met de verhouding tussen doel en middel (evenredigheid)? Meer algemeen valt het te betreuren dat in deze reeds moeilijke tijden, ondernemingen een bijkomende horde opgelegd krijgen om te bekomen waar ze recht op hebben, namelijk de betaling van hun vordering.
VBO: De financiële gevolgen van de niet-tijdige betaling door de consument worden door de regering bij de ondernemingen gelegd.
Bron: VBO
Wilt u meer weten over de impact van de nieuwe wet “Schulden van de consument”? Bezoek dan Credit Expo 2023 op donderdag 20 april in De Montil te Affligem. Registreer gratis als bezoeker via de banner hieronder.