Door de buitengewone stijging van de energieprijzen bereikte de totale inflatie in België in het tweede kwartaal een hoogtepunt, aldus het Prijzenobservatorium van de FOD Economie. De inflatie voor voedingsmiddelen, diensten en industriële goederen blijft stijgen.
In het tweede kwartaal 2022 bedroeg de totale inflatie in België gemiddeld 9,9 %. Dat is het hoogste niveau sinds het begin van de berekeningen volgens de Eurostat-methode in 1997. Sinds de tweede helft van 2021 stijgt de totale inflatie in België elk kwartaal.
De hoge totale inflatie wordt verklaard door de sterke stijging van de energieprijzen (gemiddeld +64,3 % in het tweede kwartaal). Bijna twee derde van de totale inflatie in België is te wijten aan de energie-inflatie.
Ook in de belangrijkste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) begon de totale inflatie medio 2021 sterk de hoogte in te gaan en bereikte ze in het tweede kwartaal 2022 het hoogste peil sinds het begin van de berekeningen. Bovendien werden in alle landen maatregelen genomen om de energierekening van de gezinnen te verlagen, zo niet zou de totale inflatie nog hoger zijn geweest.
Uitzonderlijke stijging van de energieprijzen als gevolg van het Russisch-Oekraïense conflict
De hoofdoorzaak van de bijzonder hoge inflatie in de afgelopen maanden is de aanzienlijke stijging van de energieprijzen.
Na een scherpe daling in 2020 (-11,0 %) nam de energie-inflatie in de loop van 2021 gestaag toe (met gemiddeld 22,4 %), tot een inflatieniveau van 64,3 % in het tweede trimester van 2022.
In het algemeen was de versnelling van de energie-inflatie in 2021 het resultaat van een combinatie van verschillende factoren, die de groothandelsprijzen op de energiegrondstoffenmarkten in opwaartse zin beïnvloedden (zoals onder meer de kentering van de olieprijzen naar hun niveau van vóór de crisis in 2020, de toegenomen vraag als gevolg van het economische herstel, …).
Sinds februari 2022 leidden het Russisch-Oekraïense conflict en de daaropvolgende sancties tegen Rusland tot een verdere stijging van de energieprijzen. In het tweede kwartaal 2022 vertraagde de inflatie lichtjes (64,3 %) als gevolg van de diverse maatregelen die de regering nam om de energiefactuur van de gezinnen te verlagen.
Die aanzienlijke energie-inflatie werd veroorzaakt door zowel de sterke stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen als, in mindere mate, van de prijzen van vloeibare brandstoffen en motorbrandstoffen.
De consumptieprijs van aardgas nam in de loop van 2021 fors toe en bereikte in het eerste kwartaal van 2022 een recordinflatie van 141,5 %, voornamelijk als gevolg van de stijging van de gasprijs op de groothandelsmarkten door het Russisch-Oekraïense conflict.
Net als voor gas steeg de consumptieprijs voor elektriciteit in de loop van 2021 sterk, met een inflatiepiek van 64,4 % in het eerste kwartaal 2022. Die stijging van de elektriciteitsprijzen is, net als voor gas, toe te schrijven aan het Russisch-Oekraïense conflict.
In het tweede trimester van 2022 vertraagde de stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen enigszins, voornamelijk als gevolg van de btw-verlaging tot 6 %.
Voedingsmiddelen, diensten, … de prijsstijgingen zijn algemeen
Eind 2021 ging de inflatie ook voor alle andere productgroepen de hoogte in. In het tweede kwartaal bedroeg de inflatie voor voedingsmiddelen al 6,5 %.
Die inflatie is voornamelijk het gevolg van de evolutie van de prijzen voor bewerkte voedingsmiddelen, waarvoor de inflatie in juni 8,3 % bedroeg (inclusief tabak en alcohol), met een kwartaalinflatie van 6,7 %. Voor oliën en vetten, brood en granen, koffie, thee en cacao, en zuivelproducten werd de hoogste inflatie opgetekend.
Over het geheel genomen volgt de scherpe stijging van de consumptieprijzen voor bewerkte voedingsproducten de stijging van de prijzen in de voedingsindustrie, die op haar beurt de eind 2020 stijgende prijzen voor landbouwgrondstoffen weerspiegelt.
De prijsinflatie voor onbewerkte producten is weliswaar lager, maar toch ook hoog (5,6 % voor het tweede kwartaal van 2022). De prijzen voor diensten en de industriële goederen stegen in het tweede kwartaal met respectievelijk 3,6 % en 3,4 % op jaarbasis.
De versnelling van de inflatie in de dienstensector wordt verklaard door het economische herstel dat gepaard ging met de prijsstijging na de lockdowns. Bovendien hebben de stijging van de gezondheidsindex en de daarmee gepaard gaande overschrijding van de spilindex gevolgen voor de arbeidskosten. Het belang van deze productiekosten is bijzonder hoog in de dienstensector. De toegenomen inflatie voor industriële goederen is vooral het gevolg van een onevenwicht tussen de groeiende vraag en de verstoringen in de mondiale toeleveringsketen. De oorlog tussen Rusland en Oekraïne leidt eveneens tot hogere prijzen voor energie en sommige metalen, wat zijn weerslag heeft op de aankoopkosten van de industrie.
Bron: Economie