Het Prijzenobservatorium stelt zijn verslag van het tweede kwartaal 2016 voor.
De totale inflatie in België is licht gestegen, voornamelijk door de inflatieversnelling voor elektriciteit. De totale inflatie in onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) bleef daarentegen op een zeer laag niveau.
De totale inflatie in België kende in het tweede kwartaal 2016 een lichte stijging en bedroeg gemiddeld 1,6 % (tegenover 1,5 % in het voorgaande kwartaal). “Deze lichte inflatietoename wordt verklaard door de forse versnelling van de inflatie voor elektriciteit, onder andere door enkele maatregelen die in Vlaanderen genomen zijn, namelijk de afschaffing van de gratis elektriciteit en de stijging van de bijdrage voor het energiefonds”, verklaart Peter Van Herreweghe, adviseur-generaal bij het Prijzenobservatorium.
In onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) was er geen inflatie in het tweede kwartaal 2016, en de inflatie was dus nog steeds lager dan de Belgische inflatie: “Het inflatieverschil was voornamelijk voor elektriciteit zeer groot. De inflatie voor dit product kwam gemiddeld uit op 0,7 % in onze voornaamste buurlanden en op 40,6 % in België” aldus Peter Van Herreweghe.
Sterke prijsstijging voor elektriciteit, maar prijsdaling voor motorbrandstoffen en gas
De prijsdaling (t.o.v. vorig jaar) voor energiedragers kwam uit op gemiddeld -2,9 % in het tweede kwartaal 2016. Op productniveau zijn verschillende ontwikkelingen waar te nemen.
- Voor motorbrandstoffen en mazout bedroeg de inflatie respectievelijk -10,2 % en -26,0 %, als gevolg van de terugval van de olieprijs.
- De consumptieprijs voor aardgas daalde eveneens, met 14,5 % tegeover vorig jaar, vooral omwille van de daling van de energiecomponent (-26,1 %). De distributietarieven voor gas kwamen dit kwartaal 6,1 % hoger uit dan een jaar geleden.
- De consumptieprijs voor elektriciteit steeg in het tweede kwartaal 2016 met gemiddeld 40,6 % tegenover vorig jaar. Deze hoge inflatie is voornamelijk een gevolg van de btw-verhoging van 6 % naar 21 % sinds september 2015 en van de stijging van de andere taksen (hoofzakelijk de toename van de bijdrage voor het energiefonds vanaf maart in Vlaanderen ter financiering van de schulden gelieerd aan groene stroomcertificaten). Ook de stijging van de netwerktarieven had een niet-onaanzienlijk opwaarts effect op de inflatie. Meer bepaald gaat het hierbij om de distributietarieven, die in dit kwartaal een inflatie vertoonden van 10,3 %, voornamelijk ten gevolge van het invoeren van nieuwe distributietarieven in januari en van de toepassing van het prosumententarief dat in Vlaanderen in voege trad in augustus 2015. Omgekeerd liet de kost van de energiecomponent in de elektriciteitsprijs (inclusief kosten voor groene energie en voor warmtekrachtkoppeling) een negatieve inflatie optekenen, die evenwel minder uitgesproken was dan in het voorgaande kwartaal (-3,4 % gemiddeld tegenover -10,5 % in het vorige kwartaal) als gevolg van het afschaffen van de gratis hoeveelheid elektriciteit in het Vlaamse Gewest in mei (in de GICP).
Tweede kwartaalverslag 2016 van het Prijzenobservatorium
Bron: FOD Economie