Vorig jaar werden er meer dan 100.000 nieuwe ondernemingen opgericht in ons land: een record. Maar we bengelen nog altijd aan de staart in vergelijking met andere Europese landen. Een situatie die Partena Professional betreurt. Het sociaal secretariaat wil immers meer Belgen aanmoedigen om de stap naar ondernemerschap te zetten. Hoe kan België hoger in het klassement raken?
Volgens cijfers van handelsinformatiekantoor Graydon en de ondernemersorganisaties UCM en Unizo ontstonden er in 2018 voor het eerst in de Belgische ondernemersgeschiedenis meer dan 100.000 nieuwe eenmanszaken en vennootschappen. Opgeteld ging de Belgische starterspopulatie er de voorbije drie jaar met bijna 20 procent op vooruit. Goed bezig? Ja, maar het kan nog veel beter.
Uitstekende overlevingskans
Volgens cijfers van Eurostat bedraagt het aantal starters in ons land minder dan 6 procent van het aantal actieve ondernemingen. In Groot-Brittannië ligt dat percentage hoger dan 15 procent. We behoren daarmee samen met Griekenland tot de slechtste leerlingen van de klas.
“Vergeleken met andere landen kent België procentueel inderdaad weinig starters. Maar wie hier een eigen zaak begint, heeft uitstekende overlevingskansen”, zegt Raf Van Bulck, adjunct-adviseur economie & conjunctuur bij werkgeversorganisatie VBO, “Bijna twee op de drie Belgische starters overleven langer dan vijf jaar. Geen enkel ander Europees land doet beter. Ook het totale aantal bedrijven neemt bij ons elk jaar toe.”
Angst voor risico
Dat er zo weinig nieuwe bedrijven falen, komt misschien omdat er te weinig risico genomen wordt. Volgens cijfers van Omar Mohout, Entrepreneurship Fellow bij het technologisch kenniscentrum Sirris en hoogleraar ondernemerschap aan Antwerp Management School, gaat slechts 8 procent van de tech start-ups in ons land failliet. De meeste start-ups zijn actief in healthtech (16%), fintech (10%) en hr-tech (7%).
Toch zet talent nog te weinig de stap naar het ondernemerschap, vindt Omar Mohout: “De algemene ondernemerscultuur in België moet versterken. Er heerst te veel faalangst. Belgen zijn dikwijls te bang om een veilig werknemersloon, firmawagen en 13de maand op te geven voor een onzeker ondernemersbestaan. Die angst voor risico wordt gevoed door comfort.”
Sociaal vangnet
Eurostat-cijfers lijken die hypothese te bevestigen. Er bestaat een groot verschil tussen België en economisch minder welvarende landen als Litouwen, Letland, Portugal, Bulgarije en Polen, waar procentueel meer ondernemingen opstarten dan bij ons. Raf Van Bulck: “Mogelijk komt dat omdat het sociale vangnet in die landen minder groot is dan in België, en mensen daar vaak geen alternatieve inkomsten hebben. Al bestaan er voorlopig geen onderzoeken die dat bewijzen.”
Administratieve vereenvoudiging
De Wereldbank meet jaarlijks hoe makkelijk of moeilijk het is om te ondernemen in 190 landen, op basis van wetgeving en regulering. In de Ease of Doing Business Index van 2020 prijkt België op de 46ste plaats, tussen Slowakije en Armenië. Raf Van Bulck: “Er is nog veel marge om het oprichten van een onderneming in ons land administratief minder complex te maken. Dat is zelfs noodzakelijk.”
Toch doet de overheid al veel. Denk aan de taxshelter voor start-ups, de vrijstelling van de patronale bijdrage voor de eerste werknemer en diverse subsidieprogramma’s. “Maar hoogopgeleide mensen van buiten Europa zouden in België makkelijker aan de slag moeten kunnen. En ook het onderwijs moet een tandje bijsteken”, vindt Omar Mohout.
“Daarnaast moeten jongeren nog meer tijdens hun studies warm gemaakt worden voor het ondernemerschap. Nu multinationals inkrimpen en zelfs wegtrekken uit ons land, worden ondernemingen van eigen bodem de komende jaren belangrijker voor duurzame tewerkstelling en welvaartscreatie.”
België heeft dus méér nieuwe bedrijven nodig. “Maar dat zal ons lukken”, gelooft Omar Mohout, “Ik blijf een vooruitgangsoptimist.”
“Het zijn de jonge bedrijven die onze economie en welvaart doen groeien”, verduidelijkt Michel Halet, CEO bij Partena Professional. “Potentiële ondernemers moeten de risico’s en andere zorgen in verband met administratie niet onderschatten omdat we constateren dat deze vaak als barrière worden gezien. De staat helpt toekomstige ondernemers. Bijvoorbeeld de aanwerving van de eerste werknemer wordt aangemoedigd door de sociale zekerheid. Maar, één op drie jonge ondernemers is zich niet bewust van de sociale voordelen waarvan men kan genieten. We moeten starters dus beter informeren en begeleiden, dat is waar de hiaten zich momenteel bevinden.”
Bron: Creditexpo.be