De hervorming van het Wetboek van vennootschappen die minister van Justitie Koen Geens op 29 mei aan het VBO voorstelde, zal heel binnenkort concreet vorm krijgen.
Voor de bedrijven betekent die vernieuwing een echte opportuniteit. Kernbegrippen bij deze ingrijpende modernisering van het vennootschapsrecht zijn vereenvoudiging, flexibiliteit en duidelijkheid. Het VBO staat helemaal achter die doelstellingen.
Het huidige Wetboek van vennootschappen was inderdaad aan herziening toe. Heel wat bepalingen van het Wetboek beantwoorden immers niet langer aan de noden van het zakenleven. Bovendien zijn sommige regels onduidelijk of niet op elkaar afgestemd. Door een aanpassing aan de eigentijdse noden moet de geplande hervorming bedrijven beter verankeren en hun concurrentievermogen versterken.
Om te beginnen krijgt het begrip onderneming een nieuwe invulling. Voortaan staat het voor elke persoon die een beroepsactiviteit uitoefent, met inbegrip van vrije beroepen, vzw’s en feitelijke vennootschappen. Bedrijven krijgen ook hun eigen gespecialiseerde rechtbank, de ondernemingsrechtbank, die de huidige rechtbank van koophandel zal vervangen.
Het aantal mogelijke vennootschapsvormen wordt dan weer beperkt van 17 tot 4: een kleine revolutie die de duidelijkheid en eenvoud ten goede komt. De vier vennootschapsvormen die zouden overblijven (de maatschap, de bv, de cv en de nv), moeten beter beantwoorden aan de doelstellingen en noden van hedendaagse ondernemingen. De bv wordt de ‘kameleon’ onder de vennootschappen: uiterst polyvalent en bevrijd van heel wat regels die niet meer dan ‘goldplating’ waren. Ze krijgt een soepeler stelsel door de afschaffing van de kapitaalvereiste en de mogelijkheid om met een variabel kapitaal te werken.De naamloze vennootschap zal aansluiten bij de internationaal meest verspreide bestuursvormen en zal er de meest geschikte structuur kunnen uitkiezen: een monistisch bestuur (klassieke raad van bestuur) of, facultatief, een echt duaal systeem (raad van toezicht en directieraad).
Een andere vrijheid die de hervorming voor besloten vennootschappen inhoudt, is dat ze de mogelijkheid krijgen om in hun statuten een dubbel of meervoudig stemrecht op te nemen al naargelang ze al dan niet genoteerd zijn. Die maatregel biedt een betere bescherming en een sterkere verankering voor de oprichters van genoteerde vennootschappen en hun beleggers die zich zo beloond zien voor hun trouw.
De vernieuwing van het Wetboek biedt ook een kans om een aantal problemen op het terrein op te lossen. Zo zal een enkel duidelijk criterium, de mogelijkheid om winst uit te keren, het onderscheid bepalen tussen vennootschappen en verenigingen. Bovendien zullen de bevoegdheden van de persoon die belast is met het dagelijks bestuur wettelijk worden vastgelegd. En voortaan zal een vennootschap Belgisch zijn als haar vennootschapszetel in België gevestigd is (incorporatieleer). Dat biedt vennootschappen meer flexibiliteit en zal het voor buitenlandse bedrijven aantrekkelijker maken om zich hier te vestigen. Tot slot zal de concrete uitvoering van die hervorming in fases verlopen over een voldoende lange periode, en zal ze gepaard gaan met begeleidende maatregelen.
Het VBO steunt deze hervorming van het Wetboek van vennootschappen, want ze is bedoeld om het leven voor de vennootschappen te vereenvoudigen en te verbeteren in de kern van hun bestaansreden: ondernemen. Het VBO hoopt dan ook van harte dat de doelstellingen van de hervorming echt zullen terug te vinden zijn in de teksten van het nieuwe Wetboek.
Bron: VBO