
Huurders met een beperkt inkomen krijgen voortaan drie jaar de tijd om hun huurwaarborglening terug te betalen. Deze wijziging biedt vooral alleenstaanden en financieel kwetsbare huishoudens meer ruimte om aan hun betalingsverplichtingen te voldoen.
Sinds 2019 bestaat er een regeling waarbij huurders met een laag inkomen renteloos een lening kunnen afsluiten bij de Vlaamse overheid om hun huurwaarborg te betalen. De overheid schiet hierbij het volledige bedrag voor. Tot op heden moest dit binnen een periode van twee jaar worden terugbetaald, zonder intresten.
De terugbetalingstermijn wordt nu met een jaar verlengd. Volgens de bevoegde minister is dit een logische en noodzakelijke aanpassing. Uit cijfers blijkt dat in 2023 bijna 5.000 mensen gebruikmaakten van deze lening. Ongeveer 10 procent van hen liep daarbij een betalingsachterstand op.
De maandelijkse afbetaling van een gemiddelde huurwaarborglening bedraagt momenteel zo’n 85 euro. Voor wie het financieel moeilijk heeft, is dat een zware last. Door de looptijd van de lening te verlengen naar drie jaar, daalt het gemiddelde maandbedrag naar ongeveer 56 euro. Dit verlaagt de financiële druk en vermindert het risico op achterstand.
Maatregel biedt ademruimte voor huurders
De verlengde aflostermijn moet huurders in precaire situaties meer stabiliteit bieden. Alleenwonenden en gezinnen met lage inkomens worden hierdoor minder snel geconfronteerd met financiële problemen als gevolg van hoge vaste lasten bij het begin van een huurcontract.
De renteloze lening werd oorspronkelijk in het leven geroepen als compenserende maatregel voor een beleidsbeslissing waarbij de verplichte huurwaarborg werd opgetrokken van twee naar drie maanden huur.
Meer dan 40 procent van de huurders op de private huurmarkt had toen al moeite om de oorspronkelijke twee maanden huurwaarborg bijeen te brengen. De verhoging maakte het voor velen nog moeilijker om de opstartkosten van een nieuwe woning te bekostigen.
Bij een standaard huurbedrag van 850 euro per maand bedraagt de waarborg 2.550 euro. Dit bedrag komt vaak boven op de eerste maand huur die tegelijk moet worden betaald.
Hoge financiële drempels bij verhuis
Naast de huurwaarborg en eerste maand huur komen er bij een verhuis doorgaans ook extra kosten kijken, zoals transport, installatie van nutsvoorzieningen en inrichting van de nieuwe woning. Voor veel huurders vormen al deze kosten samen een serieuze financiële hindernis.
De huurwaarborg van de vorige woning is bovendien vaak niet onmiddellijk beschikbaar. In veel gevallen ontstaan er discussies met de voormalige verhuurder over schade of herstellingskosten, waardoor het vrijgeven van die waarborg wordt uitgesteld.
Door de stijgende huurprijzen neemt ook het bedrag van de huurwaarborg toe. Dat maakt het nog moeilijker voor huurders om deze som op korte termijn bijeen te brengen, wat de nood aan toegankelijke oplossingen vergroot.
Hoewel het initiatief tot verlenging positief onthaald wordt door belangenorganisaties, blijven er ook bedenkingen bestaan bij de effectiviteit van het huidige systeem. Er wordt gepleit voor een centraal Vlaams huurwaarborgfonds waarin alle waarborgen worden beheerd. Dit zou volgens betrokkenen beter afgestemd kunnen worden op de noden van kwetsbare huurders dan de huidige praktijk met individuele, geblokkeerde rekeningen.
Bron: DeMorgen