De kredietverlening aan natuurlijke personen werd vorig jaar in belangrijke mate beïnvloed door de COVID-19-crisis. Er werden 17,8 % minder nieuwe consumenten- en hypothecaire kredieten toegekend dan in 2019. Dat blijkt uit de jaarcijfers 2020 van de Centrale voor kredieten aan particulieren van de Nationale Bank.
Minder kredieten
Wie in België een consumentenkrediet of een hypothecair krediet afsluit, wordt automatisch opgenomen in de Centrale voor kredieten aan particulieren die door de Nationale Bank wordt beheerd. Eind vorig jaar stonden er zo 6 199 991 kredietnemers geregistreerd voor een totaal van 10 677 273 kredieten (- 1,3 %).
De COVID-19-crisis heeft een aanzienlijke impact gehad op het aantal nieuwe kredieten dat de Nationale Bank registreerde. Vooral tijdens de “lockdown” die in de tweede helft van maart van start is gegaan, met de opgelegde sluiting van fysieke winkels en andere beperkende maatregelen om de verspreiding van het virus in te dijken, is de vraag naar kredieten sterk teruggevallen.
Zo werden in april bijna 70 % minder leningen op afbetaling en kredietopeningen in de Centrale geregistreerd dan in dezelfde maand van het jaar voordien. Vanaf de zomermaanden kwam het kredietverleningsproces stilaan terug op gang, zonder echter het normale niveau te benaderen. Op jaarbasis gaat het bij de kredietopeningen en de leningen op afbetaling om een terugval van respectievelijk 29,6 % en 18,7 %. De daling bij de hypothecaire kredieten bedraagt 14,8 %, maar deze trend moet genuanceerd worden: in 2019 werden immers nog uitzonderlijk veel hypotheekleningen geregistreerd ingevolge de afschaffing van de woonbonus in Vlaanderen op het einde van het jaar.
Minder wanbetalingen
Eind 2020 hebben 315 165 personen samen 452 890 wanbetalingen in de Centrale, hetgeen overeenkomt met een daling van respectievelijk 6,3 % en 7,3 %. Het aantal nieuwe betalingsachterstanden dat in de loop van het jaar werd geregistreerd, is zelfs afgenomen met 18,2 %. Voor 102 968 kredieten was het de eerste keer dat er een betalingsachterstand werd gemeld.
Deze cijfers kunnen uiteraard niet los gezien worden van de mogelijkheid om een tijdelijk uitstel van betaling te bekomen naar aanleiding van de COVID-19-crisis. Om de economie in deze uitzonderlijke omstandigheden de broodnodige zuurstof te geven en zowel bedrijven als gezinnen zo goed mogelijk te beschermen, heeft de regering immers in de loop van het jaar verschillende steunmaatregelen uitgevaardigd.
Eén van die maatregelen laat consumenten toe om onder bepaalde voorwaarden een betalingsuitstel te verkrijgen voor de terugbetaling van hun krediet. Vooral voor hypothecaire kredieten werd hiervan in ruime mate gebruik gemaakt (+/- 145.000 kredietdossiers), hetgeen niet verwonderlijk is gelet op de hoge maandelijkse terugbetalingslast die eigen is aan deze kredietvorm. Deze uitstellen van betaling worden ook in de Centrale opgenomen. Belangrijk om weten is echter dat de wetgever uitdrukkelijk bepaald heeft dat dit geen aanleiding kon geven tot de registratie van een betalingsachterstand.
Minder raadplegingen
De kredietgevers consulteerden de Centrale vorig jaar 7,2 miljoen keer. Deze terugval met 14,8 % tegenover 2019 is ook het gevolg van de verminderde vraag naar kredieten bij particulieren door de COVID-19-crisis. Gemiddeld werden de Centrale elke werkdag 26 543 keer geraadpleegd. In 6,0 % van de gevallen stond de persoon op wie de raadpleging betrekking had, geregistreerd met een betalingsachterstand of een collectieve schuldenregeling.
Er werden eveneens 377 504 aanvragen behandeld van consumenten die hun persoonlijke gegevens wensten te kennen. In ruim 85 % van de gevallen gebeurde dit online.
Bron: NBB