De afgelopen dagen was het broeiend heet, en niet alleen buiten. In de politieke kamers liggen immers nog heel wat hete hangijzers in het vuur. De begroting, om er een te noemen. De financiële impact van de coronacrisis werk je immers niet met een vingerknip weg. Bovendien stuwen de energiecrisis en de oorlog in Oekraïne de inflatie naar ongekende hoogtes van 10%, en verliezen we zienderogen aan concurrentiekracht waardoor jobs en inkomen worden bedreigd. De o zo nefaste loon-prijsspiraal draait volop.

Zo’n malaise keren vereist fundamentele, systeembrede en met de stakeholders afgetoetste hervormingen. Systeembreed als van het kaliber fiscale hervorming dat ons belastingstelsel moet klaarstomen voor de komende decennia. De blauwdruk ligt klaar voor verder studiewerk en overleg. Kwestie van ook de valkuilen te detecteren en indien nodig af te dekken – dat wordt vakantie-studiewerk. Kortom, een hervorming die in de diepte gaat is de ambitie en het uiteindelijke doel. En hoognodig om de gezinnen zuurstof en ondernemers innovatiekracht te geven voor de komende decennia.

De eik dreigt te vallen

Wat niet echt kan worden gezegd van de recente pensioenhervorming waarmee de regering uitpakt. We wachten de finale teksten af, maar ik vrees nog bergen werk om tot een volwaardige hervorming te komen die de betaalbaarheid van onze pensioenen – ook voor de toekomstige generaties – verzekert. Op dit moment zijn het hooguit wat sociale correcties, terwijl we bij het VBO al lang pleiten voor een fundamentele hervorming. Eén lichtpuntje: wie werkt wordt beloond bij de pensioenopbouw. Toch blijft het resultaat mager, gelet op de gigantische uitdagingen waarvoor het stelsel staat. Als werkgevers dragen we het grootste gewicht van de financiering van de wettelijke en aanvullende pensioenen. We vragen dan ook dat de regering niet de kar voor het paard spant en na het zomerreces eerst een ernstige poging doet om de werkgelegenheidsgraad naar 80% te stuwen. Om het met een metafoor te zeggen: in plaats van dringend de stam van de pensioen-eik te versterken, laten we nog meer wildgroei aan takken toe. Het risico dat een verzwakte stam breekt onder het gewicht van een kruin overladen door uitzonderingen of pensioencorrecties, kan niet nog groter worden. Eerst moeten we de stam versterken. Daarna kunnen we gecontroleerd takken laten schieten. Niet omgekeerd.

“Wie niet luistert naar de kanarie in de koolmijn, zet enorm veel op het spel”

De kanarie stopt met fluiten

De signalen zijn overduidelijk en – vergeef me de krachtterm – onheilspellend. Wie niet luistert naar de kanarie in de koolmijn, zet enorm veel op het spel. De Nationale Bank berekende dat de loonkosten in drie jaar tijd met 13% zullen stijgen. Dat betekent voor de bedrijven een extra kost van zo’n 20 miljard. Iedereen weet uit het verleden dat een ontsporing van de loon-prijsspiraal verwoestende gevolgen heeft voor ons land en zijn bedrijven. Met een loonkostenhandicap die opnieuw afstevent op 16% (in 2023 kost een uur arbeid in België 46,6 euro, in onze buurlanden is dat 40,3 euro) wordt een competitiviteitscrisis zo goed als onafwendbaar.

De economische groei in ons land zal in 2023 dan ook nagenoeg tot stilstand komen. Als de loon-prijsspiraal bovendien blijft draaien en de inflatie tot meer dan 10% stijgt, wordt een recessie in 2023 nog moeilijk te vermijden. Intussen zijn er nog andere onrustwekkende signalen: de interimarbeid als voorlopende indicator van een recessie krimpt opnieuw; het ondernemersvertrouwen daalt; bedrijfsinvesteringen worden uitgesteld; tijdelijke werkloosheid dreigt toe te nemen, enzoverder, enzovoort. Allemaal knipperlichten die afgaan. Wanneer de kanarie in de steenkoolmijn niet meer fluit, betekent dat ontploffingsgevaar. Wie die signalen blijft ontkennen, zet enorm veel op het spel. Gelukkig kunnen we nog altijd rekenen op de veerkracht van onze bedrijven en ondernemers, maar als we eerlijk zijn, ook daar raken de batterijen langzaamaan leeg.

Hopelijk brengt de zomer raad. Tijd om af te koelen, te herbronnen en de batterijen op te laden. Zodat we direct na het politieke reces tripartiet overleg kunnen starten. Hoe gaan we de competitiviteitscrisis tackelen? Hoe kunnen we het welvaartsverlies als gevolg van de oorlog billijk verdelen over bedrijven, consumenten en overheid? Hoe kunnen ondernemingen bijdragen om ons land uit het moeras te helpen trekken? Want, beste politici en vakbondsleiders, niets doen en het probleem voor zich uitschuiven, maakt de zaak alleen maar erger. En … ondanks de hitte van de strijd staan we samen met onze leden-sectorfederaties zoals altijd klaar om samen oplossingen te zoeken. In het belang van iedereen.

Bron: VBO-FEB