In 2024 gingen 11.549 Belgische bedrijven failliet: een stijging met 7,22% in vergelijking met 2023. Daarbij gingen maar liefst 27.187 jobs verloren. Dat alarmerende beeld wordt versterkt door de stijgende hoeveelheid gerechtelijke ontbindingen en aanvragen bij de Kamer voor de ondernemingen in moeilijkheden. Opvallend: steeds meer grote bedrijven uit de maakindustrie, de handel, de bouw- en de vastgoedsector zitten in zwaar weer.
Oorzaken financiële druk
De oorzaken van de faillissementengolf zijn complex en gaan verder dan alleen de gekende sociale en fiscale lasten. De problematiek heeft een systemische aard, sterk beïnvloed door opeenvolgende crises. Zo kregen bedrijven te maken met de kredietcrisis van 2008 en de overheidsschuldencrisis van 2012-2013, met de negatieve gevolgen van de terreuraanslagen in Brussel en Europa in 2015-2016, met langdurige sluitingen tijdens de coronapandemie in 2020-2021, en – last but not least – met enorme stijgingen van energie- en loonkosten in 2022-2023 als gevolg van de inval van Rusland in Oekraïne. Tel daar in sommige steden zoals Brussel ook nog een verlammende mobiliteitsproblematiek bij, en er ontstaat een perfecte storm voor een stijgend aantal faillissementen.
Tijdens die turbulente tijden teerden ondernemingen grotendeels op hun financiële reserves. Banken verleenden relatief soepel krediet, maar veel bedrijven hebben nu niet meer de financiële draagkracht, noch de groeimogelijkheden om hun zware schuldenlast te dragen. Bovendien genoten grote en middelgrote bedrijven tijdens de coronapandemie niet dezelfde steun die beschikbaar was voor zelfstandigen en micro-ondernemingen (o.a. de overbruggingskredieten). Daarom verrast het niet dat juist die middelgrote en grote ondernemingen momenteel in financiële problemen verkeren.
Daarnaast moet ook worden opgemerkt dat de mogelijkheid om faillissementen uit te spreken tijdens de coronacrisis in 2020 en 2021 gedurende enkele maanden on hold werd geplaatst. De bedrijfswereld bevond zich in die periode dus min of meer onder een beschermende stolp. Het is niet onlogisch dat wanneer die stolp verwijderd wordt, het aantal faillissementen scherp toeneemt. Gelet op de verregaande sociale en financiële gevolgen van een ‘hard’ faillissement, is het echter aangewezen om dat te vermijden waar mogelijk en in te zetten op een tijdige stopzetting van structureel onrendabele activiteiten en een heroriëntering naar activiteiten die wel winstgevend zijn.
Mogelijke oplossingen
Daartoe kunnen volgende acties nuttig zijn.
- In eerste instantie moet binnen het insolvabiliteitsrecht meer worden gefocust op andere maatregelen dan het faillissement, zoals de gerechtelijke reorganisatie en preventieve actiemogelijkheden vanuit de Kamer voor de ondernemingen in moeilijkheden. Dat kan helpen om problemen vroegtijdig aan te pakken.
- Daarnaast is het essentieel om ondernemingen beter bij te staan op het vlak van financiële rapportage. Banken zouden de financiële realiteit van bedrijven die zij financieren meer in detail moeten monitoren. Ook ondernemingsrechtbanken en publieke instellingen kunnen bijdragen door een meer ondersteunende rol op te nemen en de correctheid van financiële gegevens nauwkeuriger op te volgen.
- Een mogelijke aanvullende maatregel heeft betrekking op de rol die de overheid kan opnemen om de kredietverstrekkers van grote productiebedrijven en commercieel vastgoed gerust te stellen. Het verstrekken van overheidsgaranties op specifieke kredietlijnen zou de onmiddellijke druk op die bedrijven kunnen verlichten en ze de ruimte geven om financieel te herstellen.
De stijgende faillissementscijfers geven aan dat de Belgische economie als gevolg van de opeenvolgende crises en de enorme kostenstijgingen in 2022-2023 in moeilijk vaarwater terechtgekomen is. Door betere bijstand bij financiële rapportage, snellere preventieve acties zoals herstructureringen, en eventueel ook gerichte steunmaatregelen, lijkt het mogelijk om heel wat faillissementen te vermijden. De verschillende betrokken stakeholders, zoals de beleidsmakers, banken, bedrijven en ondernemingsrechtbanken moeten nu samen aan de slag om meer in die richting te evolueren. Het VBO zal zijn rol opnemen om ondernemingen daarin bij te staan en te helpen om een verdere escalatie van de problematiek te voorkomen.
Bron: VBO