De schuld van de Belgische huishoudens is sinds het begin van de jaren 2000 nagenoeg ononderbroken gestegen, voornamelijk als gevolg van de hypothecaire leningen. In combinatie met een stijging van de woningprijzen vormt die schuld bij een negatieve schok op de werkgelegenheid en het inkomen van de kredietnemers een potentiële bedreiging voor de financiële stabiliteit. Ze is derhalve een belangrijk aandachtspunt voor de prudentiële autoriteiten.

 

Verder kijkend dan de macro-economische en individuele (uit enquêtes afgeleide) gegevens, beoogt de analyse nieuwe verklarende elementen aan te dragen voor die toename van de schuldenlast, op basis van naar gemeente uitgesplitste statistieken. Aangezien deze beschikbaar zijn naar leeftijdsgroep, vormen ze op dit ogenblik de meest gedetailleerde gegevens voor de Belgische bevolking als geheel, om de verbanden tussen de aan gezinnen verstrekte kredieten, hun inkomen en de vastgoedprijzen te onderzoeken.

 

Uit de resultaten blijkt dat het volume van de tijdens een bepaalde periode verstrekte hypothecaire kredieten, zoals te verwachten valt, afhangt van de macro-economische omgeving, maar ook van de kenmerken van de bevolking, alsook van de vastgoedprijzen.

 

Op macro-economisch vlak werden de tijdens de afgelopen jaren aan Belgische huishoudens verstrekte leningen beïnvloed door de aanbodstrategieën van de banken, de fiscale maatregelen van de overheid en het monetair en macroprudentieel beleid.

Van de determinanten die specifiek gelden voor de huishoudens, werden de inkomens, de demografische structuur en de leeftijd aangewezen als factoren die de groei van de schuld verklaren. Het zijn met name hoofdzakelijk de personen van 25 tot 44 jaar die hypothecaire leningen aangaan. In die groep bestaat er bovendien een zeer sterk verband tussen de bedragen van de door de banken verstrekte leningen en de inkomens. Dat verband is minder uitgesproken voor de oudere leeftijdscategorieën.

De woningprijzen beïnvloeden eveneens positief het bedrag van de hypothecaire leningen. In sommige gebieden is dat verband echter minder uitgesproken, zoals bijvoorbeeld in Brussel, waar een relatief groot percentage van de inwoners huurder is.

Ten slotte moet voor ogen worden gehouden dat, hoewel het nauwe verband tussen schuld en inkomen een gezond kredietverleningsbeleid van de banken weerspiegelt, er toch nog risicohaarden bestaan op de Belgische hypotheekmarkt. Deze zijn vooral te vinden in de categorieën van huishoudens die een groot deel van hun inkomen besteden aan de aflossing van schulden en die over weinig financiële reserves beschikken om een eventueel banenverlies op te vangen.