Van de Brusselse kmo’s die voor corona nog in goede gezondheid verkeerden, beschikt bijna één derde (27,9%) over onvoldoende eigen reserves om deze crisis te overleven. Het gaat om 22.110 ondernemingen. Daarnaast blijken 10.451 kmo’s (13,1% van het totaal) slechts over matige reserves te beschikken, waarmee ze ternauwernood kunnen overleven. Dat blijkt uit onderzoek van bedrijfsinformatiespecialist Graydon in opdracht van UNIZO. Verontrustende cijfers waarbij niet eens de kmo’s zijn meegerekend die voor de coronamaatregelen al in slechte papieren zaten.

“Zonder bijkomende Brusselse reddingsmiddelen voor de in oorsprong gezonde kmo’s dreigt een economisch bloedbad in onze hoofdstad”, waarschuwt Danny Van Assche, gedelegeerd bestuurder van UNIZO. “Als er geen extra steun komt, zullen heel wat levensvatbare kmo’s in het beste geval de boeken neerleggen en verdwijnen, terwijl andere afstevenen op een faillissement.”

Een derde van de vooraf gezonde Brusselse kmo’s zit nu in de ernstige gevarenzone

Van de Brusselse zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers beschikken 27,7 procent (22.110 ondernemingen)  niet over de nodige reserves om deze crisis te overleven, terwijl ze wel in een gezonde situatie verkeerden voor de crisis (grafiek 1, segment 3). Ook 10.451 (13,1%) ondernemers die zeer gezond waren voor de crisis, beschikken nu slecht over een matige veerkracht om er terug bovenop te komen (grafiek 1, segment 6). 24.697 (31%) ondernemingen bevinden zich in een gezonde uitgangspositie (grafiek 1, segment 9).

Grafiek 1: Brusselse (= met maatschappelijke zetel in Brussel) zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers, zonder spookbedrijven (= zonder activiteit in het afgelopen jaar), inclusief toepassing van alle federale en regionale steunmaatregelen, BEHALVE de federale staatsgarantie banken (bazooka)

UNIZO vraagt dat de Brusselse overheid de komende relancemaatregelen vooral richt naar deze groep ondernemingen. Dit kan in de eerste plaats door financiële steunmaatregelen, zoals de versterking van het Brussels Waarborgfonds, het voorzien van de mogelijkheden voor achtergestelde leningen door Finance.brussels en het mobiliseren van het privé-kapitaal via de winwinlening.

Extra financiële steun, maakt een fundamenteel verschil voor overlevingskansen

Om het belang en de gunstige impact te illustreren van bijkomende financiële steun op de levensvatbaarheid van deze in moeilijkheden verkerende kmo’s maakte Graydon, in opdracht van UNIZO, een – louter hypothetische – simulatie waarbij al deze kmo’s gebruik zouden maken van het bankenplan. Een bankenplan dat tot nog toe niet goed werkte, omwille van te korte looptijd en de te beperkte waarborg door de overheid, maar dat intussen ten goede is bijgestuurd. Het gaat hier uiteraard om een federale maatregel, waar ook Brusselse bedrijven voor in aanmerking komen. Het illustreert tegelijk hoe extra financiering, ook vanuit de Brusselse overheid, de kmo’s in moeilijkheden uit de gevarenzone zou kunnen helpen. Eric Van den Broele, Senior Manager Research & Development van Graydon becijfert: “Enkel door toepassing van het bankenplan, los van andere maatregelen om het kapitaal te versterken, zou het aandeel bedrijven in acuut gevaar alvast dalen van 27,7 procent naar 16,8 procent. Uit deze theoretische analyse blijkt dan dat 8.755 ondernemingen opgetild worden naar een hoger segment. In plaats van 22.110 ondernemers, bevinden er zich nog 13.355 bedrijven in moeilijkheden. (grafiek 2, segment 3).”

Grafiek 2: Brusselse zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers, zonder spookbedrijven, inclusief toepassing van alle federale en regionale steunmaatregelen

UNIZO dringt er daarom bij de Brusselse overheid op aan om extra – voornamelijk financiële – relancemaatregelen te voorzien, specifiek gericht op die bedrijven die voor de coronacrisis levensvatbaar waren. “We denken daarbij in de eerste plaats aan maatregelen, zoals de versterking van het Brussels Waarborgfonds, het voorzien van de mogelijkheden voor achtergestelde leningen door Finance.brussels en het mobiliseren van het privé-kapitaal via de winwinlening”, verduidelijkt Danny Van Assche van UNIZO.

Maar bovenop die extra financiële maatregelen zullen er nog bijkomende actie nodig zijn, waarschuwt UNIZO. Want zelfs in het hierboven vermelde hypothetische model van Graydon blijven er nog 29,3% (Segment 3 en Segment 6) van de, voorheen gezonde, ondernemingen in een moeilijke uitgangspositie om de crisis door te komen. UNIZO stelt daarbij voor om enerzijds de focus te leggen op sectoren die van groot belang zijn voor het gewest (horeca, toerisme, handel, de eventsector…) en anderzijds op maatregelen met een groot multiplicatoreffect.

Steunmaatregelen met een multiplicatoreffect zorgen er voor dat voor elke euro die de overheid uitgeeft, er mogelijk meer euro’s door de andere partners worden toegevoegd. UNIZO denkt daarbij aan de mogelijkheden die bedrijven uit het ‘groen Segment 9’ kunnen bieden aan bedrijven uit de andere segmenten. Zo is er bijvoorbeeld de mogelijkheid voor bedrijven om huurschulden te laten vallen, betalingstermijnen te verlengen, leningen- en kapitaalsinjecties te doen. De Brusselse overheid kan dan waarborgen of andere stimuli bieden om bedrijven hiertoe te stimuleren. “UNIZO deed al het voorstel aan de Brusselse overheid om de eigenaars die bereid waren om één of meerdere maanden huur te laten vallen, een garantie te bieden voor de betaling van de huur van de volgende maanden”, zegt Anton Van Assche, coördinator van de UNIZO-werking in Brussel.

“Graydon Belgium lanceerde al het idee van ‘ondernemers voor ondernemers’ waarbij we de overheid voorstellen de solidariteit tussen die onderneming die over ruime reserves beschikken te stimuleren. Dit kan door die klanten die het nu moeilijker hebben extra betalingsuitstel te verlenen of door het zelf toestaan van ondersteunende leningen aan die klanten die wel impact ondervinden door de crisis maar voordien gezond waren. Gebruikt de Brusselse overheid een deel van haar budget als extra garantiefonds dan creëert ze een onwaarschijnlijk multiplicatoreffect”, zegt Eric Van den Broele.

Sectoren in moeilijkheden: de horeca, de detailhandel, creatieve activiteiten en events

In de Brusselse horeca stelt Graydon, niet geheel verrassend, vast dat 23,3 procent (1.295 bedrijven) van de eet-en drinkgelegenheden de huidige crisis, met de huidige voorziene steunmaatregelen, niet te boven komen. Hoewel ze voor het begin van deze crisis nog gezond waren. Voor 13 procent (728 bedrijven) van deze ondernemingen was de situatie voor de coronacrisis al bijzonder moeilijk en bieden de bestaande steunmaatregelen geen beter vooruitzicht.

Grafiek 3: Brusselse EET- EN DRINKGELEGENHEDEN, zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers, zonder spookbedrijven, inclusief toepassing van alle federale en regionale steunmaatregelen

In de detailhandel gaat het om 12,2 procent van de ondernemingen en is er ook een groep van 10,8% die gezond was voor de crisis, maar slechts over beperkte reserves beschikt om de crisis te overleven.

Grafiek 4: Brusselse DETAILHANDEL, zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers, zonder spookbedrijven, inclusief toepassing van alle federale en regionale steunmaatregelen

Ook de culturele sector bevindt 33,4 procent zich vandaag in een benarde situatie.

Grafiek 5: Brusselse CREATIEVE ACTIVITEITEN, KUNST EN AMUSEMENT, zelfstandigen en KMO’s tot 50 werknemers, zonder spookbedrijven, inclusief toepassing van alle federale en regionale steunmaatregelen

“Uiteraard zijn er ook bij de ‘ongezonde’ bedrijven aandachtspunten”, aldus Eric Van den Broele, Senior Manager Research & Development bij Graydon. “Ondanks de crisis wijzen de cijfers er op dat 5,7 procent (grafiek 2, segment 7) van de Brusselse ondernemingen toch nog een kans maken. Maar voor bijna 6,7 procent of 5.360 ondernemingen (grafiek 2, segment 1) ziet de toestand er niet rooskleurig uit. Zij moeten ook in deze crisis een beroep kunnen doen op ondersteuning om de opties voor de nabije toekomst te bekijken.”

Bron: Graydon.be