In het eerste kwartaal van 2018 bedroeg het gemiddelde netto financiële vermogen van de Belgische gezinnen €215.000 en dat is iets minder dan in 2017 en 2016 (respectievelijk €217.500 en €217.900). Er zijn twee belangrijke redenen voor deze daling:
(1) Het financiële vermogen van de Belgen stijgt minder snel, vooral sinds midden-2017. In het eerste kwartaal van 2018 bedroeg dit vermogen 1.340 miljard euro, wat gelijk is aan driemaal het jaarlijkse Belgische bbp. Dit impliceert een gemiddeld vermogen van €273.000 per gezin. De tragere stijging is te wijten aan drie factoren:
- Minder spaargeld: de nieuwe spaargelden afkomstig uit inkomsten zijn sinds de tweede helft van 2015 afgenomen. Zo steeg het spaargeld van de Belgen in 2016 met 11 miljard en in 2017 met 6 miljard. Dit is veel minder dan de gemiddelde jaarlijkse stijging van 25 miljard van de voorbije 15 jaar.
- Voorzichtigheid in de samenstelling van de portefeuille: het vermogen bestaat vooral uit activa die niet veel inkomsten genereren, zoals spaar- en zichtrekeningen die in het eerste kwartaal 27,5% van de activa uitmaakten.
- Kleinere waardestijging: de waarde van de activa die de gezinnen al bezitten, is minder in waarde gestegen door de beursperikelen in de tweede helft van 2017 en het eerste kwartaal van 2018. De vrees van vorig jaar is dus werkelijkheid geworden: na 8 opeenvolgende jaren van positieve waarde-effecten, was de kans groot dat 2017 en 2018 minder gunstig zouden zijn.
(2) De schuldgraad van de Belgen stijgt sneller:
- Terwijl de activa in het eerste kwartaal van 2018 slechts met 0,4% jaar-op-jaar toenamen, liepen de schulden met 4,4% (of 12 miljard, de sterkste stijging van de voorbije vijf jaar) op tot 282 miljard (waarvan 81% hypotheken). Dit stemt met 110% van het bruto beschikbare inkomen van de gezinnen en 64% van het bbp overeen.
- Deze groei is onder meer te wijten aan de versoepeling van de kredietvoorwaarden, die de Nationale Bank in haar analyse van de Financiële Stabiliteit van 2017 benadrukt.
- In het eerste kwartaal van 2018 bedroeg de gemiddelde schuld €57.375 per gezin.
Ten slotte is de verdeling van het totale vermogen in België meer ongelijk dan die van de inkomens. De 5% rijkste Belgen bezit ongeveer 30% van het vermogen. Als er geen rekening wordt gehouden met het vastgoedvermogen en met de gezinnen die geen financieel vermogen hebben, dan blijkt dat het verschil tussen de rijksten en de armste Belgen één van de grootste binnen de eurozone: de 10% rijkste Belgen heeft een financieel vermogen dat 13 maal hoger is dan dat van de mediane Belg. Maar door het wijd verspreide vastgoedbezit (70% van Belgen zijn eigenaar) blijkt de ongelijkheid m.b.t. de totale vermogens een stuk kleiner in België dan in de buurlanden.
De volledige ING studie kunt u hier downloaden
Bron: ING.be