In april 2021 werden in totaal 466 bedrijven failliet verklaard in België. Door de faillissementen die in april werden geregistreerd, gingen er 882 banen verloren: 488 voltijdse banen, 197 deeltijdse banen en 197 loontrekkende werkgevers. Dit zijn de sectoren met het grootste aantal faillissementen in april: 173 faillissementen in de sector transport en overige diensten, 108 in de bouwnijverheid, 87 in de handel en 73 in de horeca. Op gewestelijk niveau waren er 277 faillissementen in Vlaanderen, 120 in Wallonië en 69 in Brussel.
Bij de interpretatie van deze cijfers moet rekening worden gehouden met het feit dat er een zekere vertraging is tussen de stopzetting van de economische activiteit en de faillietverklaring door de ondernemingsrechtbank. Als gevolg daarvan is de economische impact pas met enige vertraging zichtbaar in de cijfers.
Bovendien werkten als gevolg van de Covid-19-crisis veel ondernemingsrechtbanken en griffies met verminderde capaciteit en waren hun activiteiten beperkt tot 18 mei 2020. Daarnaast was tot 17 juni 2020 een koninklijk besluit van kracht dat heeft geleid tot de bevriezing van de faillissementsprocedures voor de rechtbanken, om ondernemingen die voor 18 maart 2020 gezond waren, te beschermen tegen de gevolgen van de Covid-19-crisis.
Vervolgens heeft de regering op vrijdag 6 november 2020 een nieuw moratorium over faillissementen goedgekeurd tot 31 januari 2021 om bedrijven te beschermen die gedwongen waren hun deuren tijdelijk te sluiten op grond van het ministerieel besluit dat gepubliceerd werd op 1 november 2020 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken.
Om de stopzetting van dit tweede moratorium te compenseren, voerde de federale regering een drieledige hervorming uit om de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie flexibeler te maken. Ten eerste werd de procedure versoepeld door ondernemingen niet langer te verplichten vanaf het begin al 11 documenten in te dienen, maar slechts 3, waarbij de overige documenten tijdens de procedure kunnen worden verstrekt. Ten tweede is het volgens de procedure niet langer verplicht om in het Belgisch Staatsblad te publiceren. Dit stelt de bemiddelaar in staat om de schuldeisers in volle discretie te ontmoeten en hen te overtuigen af te zien van een snelle terugbetaling van hun vorderingen alvorens een akkoord is bereikt. Ten derde moedigt men de procedure van gerechtelijke reorganisatie op basis van een minnelijke schikking aan met behulp van een belastingvrijstelling die tot dan toe enkel gold voor procedures van gerechtelijke reorganisatie die bij gerechtelijk vonnis werden verkregen.
Tussen deze twee moratoria in, beslisten zowel de FOD Financiën als de RSZ om een feitelijk moratorium in te stellen, door bedrijven niet failliet te laten gaan als gevolg van schulden bij de belastingdiensten of de sociale zekerheid. Deze regeling blijft volgens de minister van Justitie ook na 1 februari van kracht.
Daarnaast vond in de maanden juli en augustus het gerechtelijk zomerreces plaats. De rechtbanken bleven gedurende deze periode open, maar er waren minder hoorzittingen. Daarom liggen onze faillissementscijfers in deze periode lager.
Ten slotte gelden momenteel verschillende maatregelen – zowel op federaal, op gewestelijk als op lokaal niveau – om de ondernemingen te ondersteunen tijdens deze crisisperiode. De RSZ kent bijvoorbeeld minnelijke afbetalingsplannen toe met een maximale duur van 24 maanden voor de afbetaling van alle bijdragen en bedragen voor het jaar 2020. Wat de FOD Financiën betreft, zullen de steunmaatregelen, zoals de vermindering met 15% van de bedrijfsvoorheffing bij tijdelijke werkloosheid en de belastingvrijstelling voor overuren in essentiële sectoren, van toepassing zijn tot 30.06.2021.
Alle hierboven beschreven overheidsmaatregelen hadden een matigend effect op het aantal faillissementen dat uitgesproken werd sinds maart 2020.
Bron: Statbel