Na een vliegende start vorig jaar zijn AI-tools nu écht doorgebroken bij de Vlaming, zo blijkt uit de imec.digimeter 2024. Ruim één op vier (28%) is intussen een gewoontegebruiker en bij jongeren is dat zelfs ruim twee op drie. De snelle opmars lokt evenwel een reactie uit: een groeiende groep gaat kritischer en bewuster om met AI, en met technologie in het algemeen.

“De tijd van experimenteren is voorbij, de Vlaming is vol overgave in het AI-bad gesprongen”, stelt Lieven De Marez onderzoeksdirecteur maatschappij en innovatie (imec/UGent). Bijna elke Vlaming (93%) kent het, 71% zegt het te kunnen uitleggen en bijna één op twee (45%, 11 procentpunten meer dan vorig jaar) heeft generatieve AI-tools zoals ChatGPT vorig jaar gebruikt. De cijfers bevestigen de positie van AI-tools als snelst geadopteerde technologie ooit in Vlaanderen.

Het gaat bovendien om intens gebruik: het aantal gewoontegebruikers stijgt op een jaar tijd naar 28% (+10 procentpunten). Vooral in de twee jongste leeftijdscategorieën zijn de cijfers over gewoontegebruik spectaculair gegroeid: 46% van de 25- tot 34-jarigen (+14 procentpunten) en 68% van de jongeren tussen 18 en 24 (+26 procentpunten). Bij de bevraagde studenten gaat het zelfs om 72% (+23 procentpunten) actieve gebruikers. Die actieve gebruikers zijn trouwens beduidend positiever over de mogelijkheden van AI om efficiënter te worden. Nog opvallend: 8% van de Vlamingen heeft toegang tot de betalende versies van AI-tools, bij jongeren (18-24 jaar) gaat het om 13% betalende gebruikers.

De interesse in AI blijft ook groeien: meer dan 6 op 10 Vlamingen willen er meer over te weten komen en twee op drie willen de mogelijkheden leren kennen. Dat blijkt overigens gegrond, want hoewel een meerderheid van de Vlamingen (53%, +5) intussen overtuigd is dat AI ervoor zal zorgen dat we sneller en efficiënter kunnen werken, weet slechts 28% van de Vlamingen hoe ze generatieve AI-tools zoals ChatGPT moeten gebruiken om van die efficiëntie te kunnen genieten. Van alle werkende en studerende Vlamingen geeft 36% dan ook expliciet de nood aan om opleidingen te krijgen over hoe deze AI-tools te gebruiken.

Groeiende schare fans, groeiende groep techno-realisten

De klassieke digitale kloof stabiliseert op het gebied van technologietoegang: 99% van de Vlamingen heeft minstens één toestel dat kan connecteren met het internet. Maar, het verschil in houding ten opzichte van technologie lijkt onder impuls van de AI-versnelling uit te diepen, met een positief kamp dat sneller groeit dan het negatieve kamp. 32% (+5 procentpunten) is uitgesproken positief over AI, 23% (+2) is uitgesproken negatief. De Vlaming neemt meer en meer positie in tegenover AI. Dat vertaalt zich onder meer in een toenemende bezorgdheid om de potentieel negatieve impact van AI (73%, +9), 62% (+6) maakt zich specifiek zorgen om de impact van AI op diens privacy, 58% (+7) vreest tijdens het chatten of bellen geen onderscheid te kunnen maken tussen mens en machine, 82% (+11) is bezorgd dat AI foutieve informatie kan helpen verspreiden en 49% stoort zich soms aan de door AI gemaakte teksten en beelden die men op sociale media of websites te zien krijgt.

“Het ongebreideld techno-optimisme van de Vlaming is omgeslagen in genuanceerder techno-realisme”, verduidelijkt De Marez. Eén Vlaming op vier begrijpt en kent de technologie, maar denkt kritischer na over hoever ze die technologie wil toelaten in zijn of haar leven. De Vlaming maakt zich bijvoorbeeld zorgen om de ecologische voetafdruk (33% +5), wantrouwt technologie (18%, +3) of vindt dat technologie mensen dommer maakt (33%, +5).

Werk aan de winkel voor digitale vaardigheden

Hoewel de trend zich afgelopen jaar doorzette dat de Vlaming makkelijker de weg vindt naar digitale varianten van diensten zoals bankieren of communiceren met de overheid, is er dringend werk aan de winkel op het gebied van digitale vaardigheden. Nipt de helft van de Vlamingen 56% (-1) vindt het gemakkelijk om met digitale technologie om te gaan. De zelfredzaamheid lijkt wel te groeien en 83% (+4) van de Vlamingen acht zichzelf in staat om de nodige vaardigheden aan te leren. Ook voor jongeren toont de imec.digimeter hoopgevende evoluties: minder jongeren vermijden technologie (12%, -5) of twijfelen om technologie te gebruiken uit vrees om fouten te maken (16%, -8).

Duiken er dan toch digitale problemen op die Vlamingen niet zelf kunnen oplossen, dan blijkt dat het informeel netwerk van vrienden en kennissen opvallend vaak en steeds vaker ontbreekt. Amper 63% (-8) kan in z’n eigen omgeving terecht voor digitale hulp.

Of een Vlaming actief aan de slag gaat met AI of niet, blijkt sterk samen te hangen met de stimulatie door werkgever of school. Binnen de groep actieve AI-gebruikers is het aandeel dat ondersteuning krijgt vanuit de werk- of schoolomgeving driemaal zo groot als bij de groep die (nog) geen gewoontegebruik in de vingers heeft.

Volgens De Marez onderstreept die vaststelling dat overheden en bedrijven moeten blijven inzetten op formele hulplijnen en trainingen voor digitale vaardigheden, en dat ze een analoge dienstverlening moeten blijven voorzien, zoals een fysiek loket naast het digitaal portaal.

Bron: Imec.be